Arbeidsongeval en de zzp’er

Werkgeversaansprakelijkheid

Tot 1 januari 1999 was de werkgeversaansprakelijkheid op grond van artikel 7:658 van het Burgerlijk Wetboek beperkt tot de schade die een werknemer oploopt in de uitoefening van zijn werkzaamheden. Inmiddels bestaat er een stuk meer diversiteit op de arbeidsmarkt, waardoor alleen rechtsbescherming voor werknemers met een arbeidsovereenkomst niet meer volstaat.

Na inwerkingtreding van de Wet flexibiliteit en zekerheid (Flexwet) in 1999 is er een aansprakelijkheidsregeling voor de ter beschikking gestelde arbeidskrachten aan toegevoegd, zijnde een vierde lid aan artikel 7:658 van het Burgerlijk Wetboek. Dit werd wenselijk geacht omdat een werkgever die zijn zorgplicht niet nakomt op gelijke voet aansprakelijk zou moeten zijn voor de schade van werknemers als voor de schade van anderen die bij hem werkzaam zijn.

Art. 7:658 lid 4 BW

Langere tijd heeft de rechter geworsteld met de reikwijdte van artikel 7:658 lid 4 van het burgerlijk Wetboek. Viel de zzper wel onder deze bepaling?

De Hoge Raad beantwoordde dit in 2012 in de zaak X/Allspan Barneveld door te bepalen dat artikel 7:658 lid 4 van het Burgerlijk Wetboek wel van toepassing kan zijn op zzp’ers. De Hoge Raad legt “het werkzaam zijn in beroep of bedrijf” met het oog op het beschermingskarakter zo uit, dat daaronder ook andere werkzaamheden vallen, waarbij bepalend is of de verrichte werkzaamheden, gelet op de wijze waarop de desbetreffende opdrachtgever aan zijn beroep of bedrijf invulling pleegt te geven, feitelijk tot zijn beroeps- of bedrijfsuitoefening behoren. Dat dient beoordeeld te worden aan de hand van de omstandigheden van het geval.

Deze uitleg van de Hoge Raad, maakt dat pas na een uitgebreid feitenonderzoek kan worden vastgesteld of de verrichte werkzaamheden wel feitelijk tot de beroeps- of bedrijfsuitoefening van de opdrachtgever behoren. De kritiek op deze uitleg is dan ook dat het veel onzekerheid oplevert voor de zzper en zijn opdrachtgever. Met name voor de zzper is dit extra (financieel) pijnlijk nu inkomsten vaak volledig wegvallen.

Schadevergoedingsprocedure

Naast de zzper kunnen ook uitzendkrachten, gedetacheerden, zij die te werk zijn gesteld in (onder)aanneming, werknemers van opdrachtnemers of aannemers, stagairs en vrijwilligers onder lid 4 vallen. Wanneer wordt vastgesteld dat artikel 7:658 lid 4 van het Burgerlijk wetboek niet op de zzp’er van toepassing is, staat de zzp’er bij een arbeidsongeval niet zonder meer met lege handen. Uit de algemene zorgvuldigheidsnorm van artikel 6:162 van het Burgerlijk Wetboek kan eveneens de verplichting voor de opdrachtgever voortvloeien om maatregelen te treffen ten behoeve van de veiligheid van de voor hem werkzame zzp’er.

Juist bij zzp’ers is het van cruciaal belang dat na een arbeidsongeval de schadevergoedingsprocedure snel op gang komt. Wanneer zzp’ers namelijk niet meer kunnen werken komt er meteen ook geen geld meer binnen. Dit is anders bij werknemers met een arbeidsovereenkomst nu zij in principe een wettelijk recht hebben op (gedeeltelijke) doorbetaling  van loon bij ziekte.

Heeft u vragen? Neemt u dan gerust contact op.